Consortium studenten 2021-2022
Master Scriptie
Fenna Andriessen
Fenna Andriessen is een research master student aan het Behavioural Science Institute. Fenna zal bijdragen aan de focusgroepen en interviews van het TSO project. Daarnaast zal zij zich gaan verdiepen in het concept veerkracht: Wat is veerkracht? Hoe beïnvloedt veerkracht de relatie tussen ACEs en PTSS?
Master Scriptie
Hanneke Koppers
Hanneke Koppers is een master student orthopedagogiek. Hanneke schrijft haar master scriptie op een onderwerp gerelateerd aan het TSO project.
Master scriptie
Cissy ten Barge
Voorlopige resultaten
Samenvatting:
Dit onderzoek richtte zich op de zelfrapportage van verschillende vormen van kindermishandeling en het verschil in herkenning van probleemgedrag door leerlingen en leerkrachten bij kinderen die geen, één keer en meer dan één keer een vorm van kindermishandeling hebben meegemaakt. De resultaten geven aan dat emotionele en fysieke mishandeling meer voorkomen dan emotionele en fysieke verwaarlozing. Het bleek dat leerkrachten significant meer aandachtsproblemen, externaliserende problemen en internaliserende problemen rapporteerden dan de leerlingen zelf, hierbij is een middelgroot effect gevonden. Er is geen verschil gevonden in de mate van probleemgedrag bij kinderen die geen, één keer en meer dan één keer een vorm van kindermishandeling hebben meegemaakt. Daarnaast is er een klein significant verschil gevonden tussen emotionele mishandeling en het verschil in rapportage van externaliserende en internaliserende problemen door leerlingen en leerkrachten. Op de andere variabelen kon het verschil in rapportage van probleemgedrag niet gerelateerd worden aan kindermishandeling.
Consortium studenten 2020-2021
Master stage
Fleur Kremer
Stagiaire TSO
Stageproduct:
Psycho-educatie stress en trauma voor leerlingen
Kim Dirken
Stagiaire TSO (per 01-01-20)
Stage product:
Rapportage kwalitatief onderzoek opbrengsten TSO cohort 1
Master scriptie
Nadia Lamchachti
Voorlopige resultaten
Samenvatting:
In dit onderzoek werd onderzocht of er een positief verband is tussen adverse childhood
experiences (ACEs) en mentale gezondheids-problemen (internaliserend, externaliserend, aandacht en totaal) bij leerlingen in speciaal (voortgezet) onderwijs tussen de elf en negentien jaar. Tevens werd onderzocht of dit verband gemedieerd wordt door executief functioneren (EF). Er werd een positief verband gevonden tussen ACEs en mentale gezondheidsproblemen. Het verband tussen ACEs en mentale gezondheidsproblemen (internaliserend, externaliserend en totaal) werd gedeeltelijk gemedieerd door EF. Het verband tussen ACEs en aandachtsproblemen werd volledig gemedieerd door EF. EF blijkt een groot deel in de variantie van mentale gezondheidsproblemen van leerlingen in speciaal (voortgezet) onderwijs te verklaren.
Master scriptie
Merel Leijenaar
Voorlopige resultaten
Samenvatting:
In dit onderzoek werd onderzocht of er een positief verband is tussen kindermishandeling en post-traumatische stress symptomen bij leerlingen in speciaal (voortgezet) onderwijs tussen de elf en negentien jaar. Tevens werd onderzocht of dit verband gemedieerd wordt door executief functioneren (EF). Er werd een positief verband gevonden tussen kindermishandeling en post-traumatische stress symptomen. Het verband tussen ACEs en post-traumatische stress symptomen werd gedeeltelijk gemedieerd door EF. EF blijkt een groot deel in de variantie van post-traumatische stress symptomen
van leerlingen in speciaal (voortgezet) onderwijs te verklaren.
Consortium studenten 2019-2020
Master stage
Hande Adiyaman
Stagiaire TSO
Stageproduct:
Praktijkervaringen scholen traumasensitief onderwijs
Almedina Music
Stagiaire TSO
Stage product:
Cultuur sensitiviteit en traumasensitief onderwijs
Bachelor scriptie
Antal Simmelink, Anne den Dulk & Kim ter Bogt
Voorlopige resultaten
Samenvatting:
In dit onderzoek werd onderzocht of er een positief verband is tussen adverse childhood
experiences (ACEs) en mentale gezondheids-problemen en of dit verband gemedieerd wordt door PTSS-klachten, executief functioneren en veerkracht bij leerlingen tussen de elf en negentien jaar. Conform de verwachting bleek uit een regressieanalyse dat er een positieve samenhang was tussen ACEs en mentale gezondheidsproblemen. Uit de multipele mediatie-analyse middels PROCESS bleek dat conform verwachting PTSS-klachten en executief functioneren het verband tussen ACEs en mentale gezondheids-problemen medieerden. In tegenstelling tot de verwachting medieerde veerkracht het verband tussen ACEs en mentale gezondheidsproblemen echter niet.
Master scriptie
Jannes van Duuren
Voorlopige resultaten
Samenvatting:
In dit onderzoek werd onderzocht of er een positief verband is tussen adverse childhood
experiences (ACEs) - met specifieke aandacht voor ACEs betreffende kindermishandeling - en internaliserende problemen bij leerlingen tussen de elf en negentien jaar. Tevens werd onderzocht of dit verband gebufferd wordt door veerkracht. Conform de verwachting bleek uit de regressie analyse dat er een positief verband was tussen ACEs - en ook meer specifiek ACEs betreffende kindermishandeling - en internaliserende problemen. In tegenstelling tot de verwachting bleek uit de moderatie analyse dat veerkracht het verband tussen ACEs en internaliserende problemen niet bufferde.
Master scriptie
Maxime Bleeker
Voorlopige resultaten
Samenvatting:
In dit onderzoek werd
de psychometrische kwaliteit van ACE Youth Screener (ACE-YS) onderzocht bij leerlingen tussen de elf en negentien jaar. De ACE-YS bestaat uit 19 conventionele en uitgebreide ACE domeinen. Uit o.a. de Meervoudige Correspondentie Analyse kwamen vier mogelijke samenstellingen voor de cumulatie van ACE-scores naar voren. De interne consistentie, convergente validiteit en het onderscheidend vermogen van drie van de vier samenstellingen van ACE-scores bleken voldoende. Voorkeur ging uit naar de ACE-19 (conventionele en uitgebreide ACE domeinen) en ACE-10 (alleen conventionele ACE domeinen). Uit de ROC-analyse bleek dat op basis van de ACE-19 een afkapwaarde van vier of meer ACEs gebruikt kan worden om leerlingen met risico op PTSS of mentale gezondheidsproblemen te identificeren. Op basis van de ACE-10 kan een afkapwaarde van twee of meer ACEs gebruikt worden om risico leerlingen te identificeren.
Master scriptie
Michelle Uittenbroek
Voorlopige resultaten
Samenvatting:
In dit onderzoek werd onderzocht of er een positieve relatie is tussen ACE's en externaliserende problemen of de kwaliteit van de leerling-leerkracht relatie dit verband modereert bij leerlingen tussen de elf en negentien jaar. Conform de verwachting werd er een positief verband gevonden tussen ACEs en externaliserende problemen. In tegenstelling tot de verwachting bleek er geen duidelijke evidentie voor een negatief verband tussen de kwaliteit van de leerkracht-leerling relatie en externaliserende problemen. Ook bleek, in tegenstelling tot de verwachting, dat de kwaliteit van de leerkracht-leerling relatie het verband tussen ACEs en externaliserende problemen niet modereerde.